Al drie maanden weten we het. Al drie maanden weten we dat 20 februari de dag van besluit gaat worden. Mijn contract hier verlengen of terug naar Brabant?
Op het moment van typen ben ik exact een half jaar in Burkina Faso.
Het land van de oprechte mens.
Tijd voor ons om ook de oprechte mens in ons naar boven te halen en deze blog te betitelen met een quote uit mijn favoriete Foo Fighters-song, But honestly.
Al zes maanden denken we na. Al zes maanden denken we na over het besluit. Al zes maanden is er geen uitgesproken antwoord. De ene week denken we; ‘Och, een jaartje meer is wel prima’. De week daarna denken we; ‘Het is wel mooi geweest’. Echt een duidelijke keus is er nooit geweest. Op het laatste verdween zelfs even het gevoel dat we de goede keus zouden maken.
De zevenjarige Burkinabé Innossa staat op m’n rechter schouder fluistert in m’n oor: ‘Joh, ga lekker terug naar je eigen land, zonder powercuts, waterstoringen & honderdduizend verkeersongevallen. Ga lekker genieten van verharde wegen, schone lucht, kroketten, muziekfestivals en die belachelijke carnavalstraditie, waarom heb je zo’n mooi land überhaupt verlaten?’.
Het is tien minuten stil en ik denk na.
Dan begint Innossa weer te fluisteren: ‘Weet je wat, blijf ook maar lekker hier. Je hebt dit jaar veel geïnvesteerd in je werk, je sociale leven en de Franse taal. Je moet lekker blijven, daar heb je volgend jaar veel profijt van! En weet je wat? Anne kan hier ook lekker invallen op de International School, die heeft het naar haar zin. Het onderwijs hier bevalt je goed en in Nederland gaan jullie toch nooit een fulltime baan vinden, daar kun je weer op de bank gaan zitten wachten tot er ergens een juf zwanger wordt.’
Op m’n andere schouder plopt Peer van der Linden tevoorschijn: ‘Och menneke! Komt toch een kroketje eten! Wa zodde doar toch blijven doen? Kumt toch lekker terug naar Rooi, naar uw familie & vrienden, naar d’n scouting. En oew Anneke mist der vriendinnekes ok! Een pilske vatte in turp, lekker hossen mè de carnaval en op uw fietske naar Paaspop. Alles kort bè, wa wilde nog meer!?
Het is tien minuten stil en ik denk na.
Dan begint Peer weer: ‘Och, witte wa, over een jaor is Rooi der ok nog wel hoor. Wa kan Prins Carnaval jou toch schille. En die flauw woordgrapkes van Sander van de Ven die kende ok wel vort toch? Ik zò moi nog een jaor blijven, ge kent moi wa ervaring opdoen en hier is toch gin werruk, en we sturen wel een koartje, komde volgend joar lekker trug nar Rooi’.
We hebben er nachten van wakker gelegen. We hebben het er vaak over gehad. De argumenten waren zó ont-zet-tend fifty/fifty. Het feit dat je tegenwoordig door met name mobiel internet zó gemakkelijk contact houdt met de hele wereld maakt het bestaan hier makkelijker maar ook moeilijker. Terwijl ik m’n lessen voorbereidde zag ik de bierfoto’s tijdens carnaval in de WhatsApp groep voorbij komen. Die marteling heeft me vijf dagen te lang geduurd.
Gelukkig hebben we het gevoel dat we een objectief en goed besluit genomen hebben. Overigens bestaan verkeerde besluiten niet, zolang je er maar goed en realistisch over nadenkt. Je doet wat jij denkt dat op dat moment goed is. Meer kun je niet doen.
We gaan mijn contract in Burkina Faso niet verlengen. Waarom niet? De behoefte aan bier en slechte muziek werd te groot. We missen Rooi, we missen familie, we missen vrienden, we missen Nederland.
Wil dat dan persé zeggen dat we terug naar Nederland komen? Nee. Dat niet. Maar wellicht wat dichterbij. Of in een stad die wat meer westers is. Als we af en toe eens een weekje terug naar Nederland zouden kunnen zou dat ons bestaan hier een stuk gemakkelijker maken. Maar dat is nu financieel, logistiek en planningstechnisch nagenoeg onmogelijk.
Wil dat dan persé zeggen dat we niet terug naar Nederland komen? Nee. Dat niet. Als één van ons een baan in Nederland vindt is er reële kans dat we terug komen (schoolleiders, het e-mailadres staat op de homepage!), al weten we natuurlijk ook dat het werk niet voor het oprapen ligt.
We duiken dus weer een onzeker gat in, maar of we dat nu doen, of over een jaar... zou dat echt zoveel uitmaken? We weten het niet. Misschien zitten we over een jaar wel in Antwerpen, in Noorwegen, in Moskou of in Groningen. Of gewoon in Rooi. Dat mag ook.
Where are you off to with that head of yours?
Op het moment van typen ben ik exact een half jaar in Burkina Faso.
Het land van de oprechte mens.
Tijd voor ons om ook de oprechte mens in ons naar boven te halen en deze blog te betitelen met een quote uit mijn favoriete Foo Fighters-song, But honestly.
Al zes maanden denken we na. Al zes maanden denken we na over het besluit. Al zes maanden is er geen uitgesproken antwoord. De ene week denken we; ‘Och, een jaartje meer is wel prima’. De week daarna denken we; ‘Het is wel mooi geweest’. Echt een duidelijke keus is er nooit geweest. Op het laatste verdween zelfs even het gevoel dat we de goede keus zouden maken.
De zevenjarige Burkinabé Innossa staat op m’n rechter schouder fluistert in m’n oor: ‘Joh, ga lekker terug naar je eigen land, zonder powercuts, waterstoringen & honderdduizend verkeersongevallen. Ga lekker genieten van verharde wegen, schone lucht, kroketten, muziekfestivals en die belachelijke carnavalstraditie, waarom heb je zo’n mooi land überhaupt verlaten?’.
Het is tien minuten stil en ik denk na.
Dan begint Innossa weer te fluisteren: ‘Weet je wat, blijf ook maar lekker hier. Je hebt dit jaar veel geïnvesteerd in je werk, je sociale leven en de Franse taal. Je moet lekker blijven, daar heb je volgend jaar veel profijt van! En weet je wat? Anne kan hier ook lekker invallen op de International School, die heeft het naar haar zin. Het onderwijs hier bevalt je goed en in Nederland gaan jullie toch nooit een fulltime baan vinden, daar kun je weer op de bank gaan zitten wachten tot er ergens een juf zwanger wordt.’
Op m’n andere schouder plopt Peer van der Linden tevoorschijn: ‘Och menneke! Komt toch een kroketje eten! Wa zodde doar toch blijven doen? Kumt toch lekker terug naar Rooi, naar uw familie & vrienden, naar d’n scouting. En oew Anneke mist der vriendinnekes ok! Een pilske vatte in turp, lekker hossen mè de carnaval en op uw fietske naar Paaspop. Alles kort bè, wa wilde nog meer!?
Het is tien minuten stil en ik denk na.
Dan begint Peer weer: ‘Och, witte wa, over een jaor is Rooi der ok nog wel hoor. Wa kan Prins Carnaval jou toch schille. En die flauw woordgrapkes van Sander van de Ven die kende ok wel vort toch? Ik zò moi nog een jaor blijven, ge kent moi wa ervaring opdoen en hier is toch gin werruk, en we sturen wel een koartje, komde volgend joar lekker trug nar Rooi’.
We hebben er nachten van wakker gelegen. We hebben het er vaak over gehad. De argumenten waren zó ont-zet-tend fifty/fifty. Het feit dat je tegenwoordig door met name mobiel internet zó gemakkelijk contact houdt met de hele wereld maakt het bestaan hier makkelijker maar ook moeilijker. Terwijl ik m’n lessen voorbereidde zag ik de bierfoto’s tijdens carnaval in de WhatsApp groep voorbij komen. Die marteling heeft me vijf dagen te lang geduurd.
Gelukkig hebben we het gevoel dat we een objectief en goed besluit genomen hebben. Overigens bestaan verkeerde besluiten niet, zolang je er maar goed en realistisch over nadenkt. Je doet wat jij denkt dat op dat moment goed is. Meer kun je niet doen.
We gaan mijn contract in Burkina Faso niet verlengen. Waarom niet? De behoefte aan bier en slechte muziek werd te groot. We missen Rooi, we missen familie, we missen vrienden, we missen Nederland.
Wil dat dan persé zeggen dat we terug naar Nederland komen? Nee. Dat niet. Maar wellicht wat dichterbij. Of in een stad die wat meer westers is. Als we af en toe eens een weekje terug naar Nederland zouden kunnen zou dat ons bestaan hier een stuk gemakkelijker maken. Maar dat is nu financieel, logistiek en planningstechnisch nagenoeg onmogelijk.
Wil dat dan persé zeggen dat we niet terug naar Nederland komen? Nee. Dat niet. Als één van ons een baan in Nederland vindt is er reële kans dat we terug komen (schoolleiders, het e-mailadres staat op de homepage!), al weten we natuurlijk ook dat het werk niet voor het oprapen ligt.
We duiken dus weer een onzeker gat in, maar of we dat nu doen, of over een jaar... zou dat echt zoveel uitmaken? We weten het niet. Misschien zitten we over een jaar wel in Antwerpen, in Noorwegen, in Moskou of in Groningen. Of gewoon in Rooi. Dat mag ook.
Where are you off to with that head of yours?