De fysieke landing is al ruim een week geleden, de emotionele landing werd op Werchter ingezet. Op een mooi moment, want ik wist dat de positieve emotie eruit zou komen, alleen nog niet waar.
De laatste weken in Ouagadougou waren niet minder bijzonder dan alle andere, ze waren wel anders. Anne was immers gevlogen en genoot van de westerse beschaving, voor mij waren het nog een aantal drukke weken waarin vooral afscheid nemen en romantiseren centraal stonden. Want die neiging heb ik wel, hoe dichter de datum van mijn terugvlucht in de buurt komt, hoe mooier Burkina wordt. De kinderen die stiekem onder de poort van ‘l´homme blanc’ doorkijken, het leven op straat, de voetballers voor de deur, de brommertochtjes door de stad, de vleermuizen die massaal over de barrage vliegen, de zakken water waar we uit drinken, de leerlingen van de school, de fietsenmaker op de hoek, de vrolijke en positieve Burkinabé en zelfs de stroomuitval. Ik ga het missen. En opnieuw denk ik terug aan de Belgische ambassadeur in Ouaga: ‘Rob, ge moet overal met spijt vertrekken, da’s een teken da ge der een goei tijd gehad hebt’.
Naast het afscheid nemen van Burkina en alle lieve mensen die we afgelopen jaar hebben leren kennen moest het schooljaar natuurlijk ook goed afgerond worden. Het schrijven van een onderwijskundig jaarverslag, een start maken met de schema´s en schoolgids voor volgend jaar en natuurlijk zorgen dat alles goed achtergelaten wordt voor mijn opvolgster. Want die hebben we gelukkig gevonden! Ik kan de boel met een gerust hart achterlaten want ik heb alle vertrouwen in de nieuwe directeur/leerkracht.
Een persoonlijke zege was een telefoontje van fietsenmaker Omar op de laatste dag in Burkina. Hij hing de telefoon op. Hij wist zeker dat hij niet mij aan de lijn had, de jongen die hij aan de lijn had sprak namelijk veel te goed Frans. Dat heb ik dan toch maar mooi geleerd in mijn tien maanden Burkina. Naast Omar heb ik een hoop andere Burkinabé blij kunnen maken met een stapel kleren en andere spullen waar ik vanaf moest. Ik was tenslotte met drie koffers gekomen en ik mocht er maar twee mee terug nemen. Onze huishoudelijk hulp Sergine kon dan ook niet kiezen uit de stapel kleren die ik voor haar neus legde. De keuzestress kwam vooral omdat ze eigenlijk gewoon alles wilde hebben, ze is dan ook met een volle koffer spullen naar huis gegaan.
Burkina ligt inmiddels achter ons. Of we er ooit nog terug komen weet ik niet maar het is een prachtig land en een prachtig jaar geweest. Net als vorige reizen heeft ook Burkina me veel geleerd. We hebben ervaren, geleerd, genoten en verwonderd. Wat Burkina me vooral geleerd heeft is dat welvaart je geluk niet bepaalt, je bent uiteindelijk zelf degene die het geluk bepaald. Burkinabé leven in het armste gebied van de wereld in (voor ons) ellendige omstandigheden die ik nergens eerder zag. Toch zijn de Burkinabé het vriendelijkste volk wat ik ooit ontmoet heb. Er is ellende, er is honger, er is een hoog sterftecijfer en het leven kan erbarmelijk zijn. Maar mensen zijn er voor elkaar en helpen elkaar, een collectief wat zorg draagt. Dat kennen wij in onze veel te individuele samenleving een stuk minder.
Ik hoop dat ik daar voor de rest van mijn leven een stukje van mee kan nemen, ondanks onze prestatiecultuur.
‘Happiness hit me like a bullet in the back’ zoals Florence Welsh me in het eerder genoemde concert op Rock Werchter wist te vertellen.