Je kunt het heel mooi proberen op te schrijven, je kan sprekende foto’s maken van het land, de mensen en de cultuur. Uiteindelijk is het nog veel mooier dat je iemand uit Nederland hier ècht kan laten zien hoe het is. Je moet het ruiken, proeven en voelen. Het was een eer om te laten zien hoe wij hier leven. Daarnaast zette Anne ons ook weer even op scherp, want dingen die eigenlijk absurd zijn, zijn voor ons alweer ‘gewoon’.
De eerste week van het bezoek mocht ik nog gewoon werken en hebben de dames samen Ouaga uitgepluist. De tweede week was de school dicht en hadden we mooi tijd om het land in te gaan! Na een zesurige busreis en een vier uur durende rit in de 4-wheeldrive met Karim, onze chauffeur, komen we aan in Niansogoni. Een klein dorpje aan de Malinese grens met een paar primitieve hutjes als overnachtingsmogelijkheid voor toeristen. En ondanks een eervolle vermelding in Lonely Planet waren we de enige toeristen en werden we ontvangen alsof ze nog nooit een Westerling hadden gezien.
In de schaduw van de rotsformatie die we de volgende ochtend zouden bedwingen krijgen we rondleiding door Niansogoni. Na een kijkje in de lokale school – natuurlijk inspirerend om als leerkracht hier zo’n schooltje te zien – gebeurde het onwaarschijnlijke. Het clichébeeld als je aan Afrika denkt. Hordes kinderen die op de foto willen, de foto daarna terug willen zien, met ons willen dansen en niks anders dan aandacht willen. Ongemakkelijk veel aandacht. De glimlach van de kinderen doen de bolle buikjes en gele ogen even vergeten. Een moeder met een baby van drie weken oud, twee vrouwen die de maïs fijn stampen voor de maaltijd, de mannen die hout hakken voor het vuur, iemand die boven in een palmboom hangt om de vruchten te plukken, een man met een grote houten kooi met kippen achterop de fiets en nog steeds heel veel kinderen.
Het afschudden van die kinderen was uiteindelijk nog een hele opgave. Door al die indrukken smaakte het biertje onder het Afrikaanse (oh wacht, ook het Europese) maanlicht later op die avond nog beter. Helemaal toen ik in m’n beste Frans uitgelegd had hoe het eigenlijk kwam dat de maan licht geeft. Na mijn wetenschappelijk onderbouwde uitleg kreeg ik de reactie; ‘Ah. En dat is dus wat jij gelooft?’.
‘Ja, dat is inderdaad wat ik geloof’, was mijn antwoord.
Na een frisse emmerdouche, die door de hitte in de nacht toch niet heel fris was, zijn we ’s ochtend vroeg opgestaan om de berg te beklimmen. Daar waren we tenslotte voor gekomen! Een fikse klim en een prachtige historische nederzetting, die tot zo´n dertig jaar geleden nog bewoond was door Burkinabé die niets met de verwestering van de wereld te maken wilde hebben.
Karim trakteerde ons op een prachtige offroad terugreis, zodat we er zeker van waren dat we niet voor niets met de 4x4 deze kant op gekomen waren.
Inmiddels draait de school weer op volle toeren. Ondanks ons besluit om niet in Burkina te blijven hebben we nog meer dan genoeg motivatie om te doen wat moet gebeuren! Gelukkig maar. Want anders zouden het nog drie hele lange maanden worden. Momenteel zijn we erg druk met de oudergesprekken en de organisatie voor Koningsdag, want dat gaan we hier natuurlijk ook uitbundig vieren! Het besluit om niet in Burkina te blijven voelt nog steeds als het goede, al weet ik zeker dat ik het land met een brok in m’n keel zal verlaten.
Ik heb me altijd afgevraagd hoe een wijs man eruit zou zien, inmiddels weet ik dat. Een wijs man wist me namelijk te vertellen dat je overal altijd met spijt moet vertrekken, dat is een teken dat je er een mooie tijd hebt gehad. Laten we dat maar doen dan.
Anne – niet mijn Anne maar, laat ook maar – is weer vertrokken. Het waren twee prachtige weken en we hadden de mazzel dat Anne – niet mijn ... – een niet onverdienstelijk fotograaf is. Enkele plaatjes zijn dan ook aan mijn fotopagina toegevoegd (KLIK).
Ik loop de laatste tijd trouwens ook als een puber te instagrammen, dus neem daar ook gerust een kijkje.
Adieu!