Badend in het zweet zoef ik door de uitlaatgassen van Ouaga´s massale en krankzinnige verkeer, zoals gewoonlijk word ik aangestaard door verschillende Burkinabé. Als Mick Jagger in de Limburgse bossen van Chateau St. Gerlach afgelopen juni. Ik probeer me ervoor af te sluiten terwijl ik Willy Wartaal ´Nou kijk ze kijken, dus blijf kijke, alle dikzakken willen op me lijke´ door m´n headphones hoor zingen. Misschien zit er wel een kern van waarheid in... willen ze op me lijken? Zouden de Burkinabé graag mijn leven leiden? Word ik daarom altijd nageroepen en nagestaard? Of is het enkel de blanke huid en de blauwe ogen? Of is het omdat ik voor Burkanibé begrippen rijk ben? Hoe dat komt? Puur door de plek waar ik geboren ben. Ik ben een westerling dus ik kan me een welvarend leven permiteren. Niet meer en niet minder. De waarheid.
Het contrast is vaak groot hier, het ene moment lig ik aan het zwembad van het Golden Tulip Hotel vlakbij mijn huis, het volgende moment zie ik drie kinderen van ongeveer acht jaar in de brandende zon met een grote ijzere ton naar de waterput sjouwen om water te halen. Het ene moment eet ik een malse varkensfilet met aardappelgratin in een prima restaurant en het volgende moment ben ik een kind wat om geld vraagt aan het negeren. Met een smartphone ter waarde van minimaal een gemiddeld Burkinabé jaarloon in mijn broekzak. Disharmonieus. Die Iphone die ik Europa als 'aan het eind van zijn latijn' zou omschrijven en me nu in staat stelt belachelijk goed en toegankelijk contact te houden met Nederland. Buiten mijn fysieke afwezigheid heb ik niet het gevoel dat ik daadwerkelijk afwezig ben.
Grote verschillen zijn hier duidelijk zichtbaar, ik probeer me daar niet teveel van aan te trekken. De Burkanibé zelf lijken dat zelf ook niet te doen. Ze zijn het gewend zo lijkt het, iedereen is ontzettend vriendelijk, niemand is op zoek naar problemen en ik beweeg me met een gerust hart door deze samenleving. Gelukkig maar. Het leven begint hier te leven. Ik vind m´n weg in m´n werk op school en besef me steeds meer dat ik dit jaar een eigen school heb met eigen beleid en onderwijs kan aanbieden op een manier die ik denk dat goed is. Veel mogelijkheden, geen rekening houden met anderen maar mijn manier. Dat is een ontzettende luxepositie. De andere kant is natuurlijk dat ik geen collega´s heb om eens mee te overleggen, het is een erg solistische job. En dat is niet altijd makkelijk, maar ik vind m´n weg. Vandaar dat ik jullie hulp zo nu en dan hard nodig heb via de sociale media! Internet maakt de wereld kleiner en mijn wereld groter.
Sociaal krijg ik langzaamaan ook wat voet aan de grond, dat doet goed. Daar heeft een mens toch behoefte aan blijkt, soms gewoon even bier drinken en obscure praat verkopen. Zonder mensen die iets met werk te maken hebben. Heerlijk. In het pittoreske Rooi ga je dan vrienden lastig vallen, hier is het eigenlijk niet anders. Het enige verschil is wellicht dat je in Rooi enkel zweet als de kroeg overvol is, hier worden je oksels al klam als je rustig ademhaalt.
Mensen vragen me waarom ik nog geen foto´s heb geplaatst. Ik zal het uitleggen. Zoals eerder genoemd ben ik hier altijd de uitzondering. Er zijn hier genoeg westerlingen maar je moet wel weten waar ze zitten. Ik zoek ze dan ook regelmatig op, ze zijn niet zo moeilijk te vinden en houden zich over het algemeen schuil in goed gekoelde plekken als restaurants, de betere kroegen en de plekken waar WiFi te vinden is. Een echte spotterssport is het dan ook niet.
Andersom is het interessanter. Wanneer je de westerlingen niet opzoekt ben je altijd de uitzondering. Altijd. De westerling in een Oxfam-Novib-kalenderdecor. Als het een Waar-Is-Wally plaatje voor moest stellen zou de lol er zo af zijn. Veel te gemakkelijk, meteen gevonden.
Doordat ik me altijd en overal maar in deze uitzonderlijke positie bevind voel ik me enigszins geremd in het nemen van foto's. Daar komt nog eens bij dat het hier pas sinds enkele jaren toegestaan is om te fotograferen zonder dat je in het bezit bent van een fotovergunning. De Burkinabé hebben dan ook een afkeer als je besluit ongevraagd foto's te maken, dat zit nog diep in de cultuur. Want - net zoals in Nederland - duurt verandering in een maatschappij lang. En met mijn pannenkoeken-Frans ben ik nog niet in staat vriendelijk te vragen of ik een foto mag maken. Alhoewel het vragen wel zal lukken, ik heb daarna alleen geen flauw idee hebben wat ze terug zeggen.
Ik heb speciaal voor jullie wel geprobeerd wat foto's te maken van de prachtige vogels hier in het park.
Maar weet je wat het is met vogels.
Precies.
Die vliegen weg.
Maar... met gevaar voor mijn eigen voortbestaan heb ik me er toch maar aan gewaagd. Ik heb een paar kiekjes geschoten van mijn huis, de school en mijn straat. De rest komt ongetwijfeld ook nog wel, maar dat heeft tijd nodig. De foto's vind je hier.
18 Reacties
Situaties die in Nederland compleet bizar zijn, blijken hier de normaalste zaak. Neem nou Madama Zarate. Deze volwassen vrouw runt een kopieerzaakje en een maquis - waar ik regelmatig een vorkje meeprik - vlakbij de Nederlandse school. Alle kopieerbladen voor Taal Actief en Veilig Leren Lezen worden zorgvuldig door Madame Zarate gekopieerd. Daarna schept ze een heerlijk bordje rijst met desgewenst kip of vis voor me op zodat ik met een stevige bodem aan mijn lessen kan beginnen. In werkelijkheid moet je vaak goed zoeken naar je stukken kip en vis, maar veel mag je ook niet verwacht voor die 45 eurocent.
Enfin, afgelopen week moest ik weer het èèn en ander kopieren maar Madame Zarate was nergens te bekennen. 'Bonjour?! BONJOUR!?', geen reactie. Ik kijk nog eens goed rond. Wat blijkt. Madame Zarate vond het blijkbaar tijd voor een welverdiende siësta. In plaats van een bank, stoel of bed heeft Madame Zarate besloten om maar op de grond te gaan liggen. Met haar gezicht tegen de muur en haar billen tegen het kopieerapparaat. Als een willekeurige conciërge iets dergelijks zou overkomen in onze Nederlandse scholengemeenschap zou dat natuurlijk complete hilariteit opleveren. Alle scholen binnen de stichting zouden ervan horen en om lachen in de koffiekamer, de desbetreffende concierge zou gekscherend een oorkonde van het team krijgen en het verhaal zou minimaal het sinterklaasgedicht van de directeur halen. Hier niet. Hier kijkt niemand er van op. Want dit is Afrika. Talloze situaties als deze krijg je hier voor je kiezen. De meest bizarre laadconstructies waarbij makkelijk acht bankstellen of twintig levende geiten bovenop de Mercedes L409-bus geladen worden. Een afgezaagd olievat of ander willekeurig voorwerp midden op de weg wat Afrikaans blijkt voor 'let op, gat in de weg'. Een klein kind wat midden op straat tegen een boom zit te poepen. Een brommer die in de slip schiet, alle kanten op schuift en vlak voor een auto tot stilstand komt. De taxi die bij rood licht nog tien meter doorrijdt om te kijken of hij misschien toch gewoon door kan rijden. Conciërge Jean die me probeert uit te leggen hoeveel geld hij nodig heeft om schoonmaakmiddelen voor school te kopen, hij kan niet lezen of schrijven, moeizaam krabbelt hij wat cijfers op het bord. Omar die me naast Frans ook nog een woordje Morree probeert te leren. Een groepje mannen uit de wijk wat 'Bon arrivè Nasara Messi!' roept. Twaalf kinderen als ik de poort van mijn huis open probeer te maken, ze willen allemaal een hand van Le Blanc. Ik doe enthousiast mee terwijl ik in hun gelige maar stralende ogen kijk. Op mijn derde dag in Ouaga zat ik met een bestuurslid in èèn van de betere restaurants van Burkina toen een Australiër tegen me zei: 'In Africa you have to keep your mind open'. En ik snap hem nu. De eerste werkweek zit er inmiddels op. Ik verwonder me over de taligheid van sommige leerlingen. Frans met papa, Nederlands met mama en Engels op de dagschool, en de gemakzucht waarmee ze schakelen is onnavolgbaar. Mijn eerste week viel niet mee, dat had ik ook niet verwacht. Ik ben van het type laat-me-eerst-maar-zien-wat-er-komt-en-dan-bepaal-ik-wat-nodig-is. Gelukkig krijg ik alle autonomie om te doen wat ik denk dat goed is. En ik krijg daar ook de tijd voor. De eerste uitdaging is motivatie. De leerlingen hebben er - als ze zich om 14.30 bij mij melden - vaak al minimaal zes uur les opzitten. Ga dan nog maar eens drie uur hard werken. Want dat moeten ze. Hard werken. Onze missie is om de overstap naar een Nederlandse klas zo klein mogelijk te maken. Als ze morgen gaan verhuizen, moeten ze overmorgen in groep 4 van Basisschool de Dijsselbloem in Tietjerksteradeel in kunnen stappen. Is dat voor iedereen haalbaar? Nee. Streven we ernaar? Ja. Het Frans wordt stukje bij beetje beter, of - zoals ik het de meeste mensen op straat uitleg - 'PARLE, PETIT, PETIT, PETIT FRANCIAS'. 'Je suis perdu' is me al eens heel aardig van pas gekomen. Het is belangrijk dat het Frans beter wordt. Dat maakt aansluiting veel gemakkelijker. Ik kan in mijn werk genoeg energie kwijt, maar het zou fijn zijn als ik daar buiten ook wat aansluiting vind. Op sommige momenten is het nu wel erg stil in huis. Het gaat goed, ik ben sunny-side-up en geniet van Afrika. Natuurlijk heb ik ook m'n what-the-hell-doe-ik-hier-momenten, die horen erbij. Het komt goed, maar geef me de tijd. De Heilige Martinus Kerk is ook niet in èèn dag gebouwd. Een docent op de Pabo gaf me bij zijn afscheid een kaartje waar op stond 'If you don't know what to do, do the right thing'. Die zin is uiteindelijk boven mijn CV terechtgekomen. Boven het CV wat me deze uitdaging opgeleverd heeft. We gaan ervoor! Doe wat jij denkt dat goed is en neem jezelf vooral niet te serieus. 'So throw those curtains wide'. |
Rob op ReisRob gaat aan het werk in Ouagadougou. Archives
Juli 2015
Rob op Reis
|