De protesten van afgelopen dinsdag zijn redelijk vreedzaam verlopen. Er waren honderdduizenden mensen op de been en volgens de media was het één van de grootste demonstraties in West-Afrika ooit. Zelf heb ik er weinig van meegekregen want in mijn wijkje Somgandé is het erg rustig gebleven. Veel rustiger dan op een reguliere dinsdag, angstvallig rustig bijna.
Vandaag dreigt het er minder vreedzaam aan toe te gaan. Je voelt het aan alles. Er staat druk op de samenleving. Er hangt wat in de lucht. De laatste keer dat ik dat gevoel had was op Pinkpop. Landgraaf ademde satisfaction.
Ondanks het aanbod van bestuursleden om woensdagavond al naar hen thuis te komen en daar te blijven slapen, besloot ik om donderdagochtend vroeg naar de compound te vertrekken waar veel leerkrachten van de International School of Ouagadougou wonen. Niet omdat mijn huis in een gevaarlijke of gevoelige wijk is maar omdat ik graag met anderen ben. Als de politieke spanning hoog oploopt lijkt het me goed om niet alleen - als enige Westerling - in Somgandé te blijven. Plus dat het natuurlijk veel veiliger en gezellig is om samen het nieuws te volgen en ons ondertussen te vermaken met films en spelletjes. Gelukkig ben ik meer dan welkom in de compound.
Eenmaal op de fiets is het tegen acht uur, m'n belangrijkste spullen heb ik bij elkaar gegrist en in de rugzak gedaan, inclusief de tandenborstel. Er zijn al veel mensen op straat, ik besluit om de route te nemen die ik altijd neem als ik naar dit gedeelte van de stad moet, met de alternatieve route door het park in mijn achterhoofd. Ik fiets langs de barrage en zie in de verte gitzwarte rookwolken vanuit het centrum omhoog komen. Ik fiets verder. Verderop lijkt het verkeer gehinderd te worden. Als ik dichterbij kom zie ik dat de weg geblokkeerd is met kleine vuurtjes en stenen, er staan veel mensen omheen. Ik draai snel om en besluit via het park te gaan. Het klinkt als een slecht computerspel. Ik moet kiezen tussen een weg met demonstranten of een route door een park met krokodillen. Feit is dat ik wekelijks door het park fiets en pas twee keer een krokodil heb gezien dus dat lijkt me voor nu de beste optie.
In de compound is alles rustig. Daarbuiten horen we gedurende de dag wel de nodige onrust. Zwarte rookwolken stijgen op uit de stad, mensenmassa's, sirenes, schoten, schreeuwende mensen. We houden het nieuws nauwlettend in de gaten. De mensen demonstreren omdat ze willen dat hun president Blaise Compaoré opstapt, hij is al 27 jaar aan de macht. Dat is lang genoeg en hij heeft - heb ik vele horen zeggen - bloed aan zijn handen.
Het volk wil verkiezingen.
Het volk wil waar ze recht op hebben.
Het volk wil dat Blaise opstapt.
Vanuit de stad trekt er een massa naar het presidentiële onderkomen, onderweg worden gebouwen die iets met het Compaoré te maken hebben geplunderd en in brand gestoken. Wij krijgen er gelukkig weinig van mee.
De meute wordt belaagd door het leger, ze schijnen met scherp te schieten en er vallen slachtoffers. De massa laat zich niet tegenhouden en via de verborgen 'Ouagamamas'-Facebookgroep zien we foto's voorbij komen van brandende auto's, het parlement met ingegooide ramen en een groep demonstranten in het decor van het nationale journaal. Het gebouw van de staatstelevisie is ingenomen en het kanaal gaat op zwart.
Later de dag blijkt de Compaoré natuurlijk allang gevlucht uit zijn presidentiële onderkomen. Even is er euforie, hij is weg! Later de avond kondigt Compaorè zelf de noodtoestand af, hij zegt nog steeds de president te zijn maar open te staan om met alle partijen te praten. Dat is niet naar de zin van het volk. De oppositie geeft Blaise tot vrijdagmiddag om op te stappen. Anders zullen de acties weer herpakt worden. Ik blijf in de compound slapen, het is goed om de ontwikkelingen samen te volgen en er is een avondklok dus ik mag de straat zelfs niet meer op.
De volgende ochtend is het rustig op straat, ik besluit om een paar uur naar huis te gaan, even kijken of daar alles in orde is, douchen, verse kleren en weer terug. In het park kom ik Ambros tegen. Hij werkt in het park en wil graag Engels leren. Met het beperkte Engels dat hij machtig is maakt hij me duidelijk dat Compaoré maar gewoon weg moet gaan. Met mijn huis is alles in orde. De schoonmaakster is zelfs gewoon bezig om mijn korte broeken te wassen.
Na een paar uur ga ik via het park terug naar de compound. Ik tref Ambros weer, hij zit met een groepje Burkanibé aan een kleine gammele wereldradio gekluisterd en verteld me dat er geruchten zijn. De president zou in een zwaar beveiligde convooi onderweg zijn naar Ghana en hij lijkt afgetreden. Dat betekent feest. Als ik het park aan de andere kant weer uit ga hoor ik weer toeterende scooters en schreeuwende mensen, maar deze keer van blijdschap! Ik zie een Burkinabé op zijn scootertje langs alle kleine kraampjes rijden om het nieuws te verspreiden.
Eenmaal in de compound starten we maar weer een filmpje. The Hobbit is aan de beurt. Ondertussen blijkt Compaoré inderdaad opgestapt maar ontstaat er een nieuw probleem. Het land heeft nu geen leider en is bestuurloos. Groepen jongeren trekken naar de huizen van familieleden van Compaoré en iedereen die ook maar iets met hem te maken had. Er wordt geplunderd en vernield. We lezen dat er ook supermarkten en andere winkels leeggehaald worden. Er schijnen mensen met hele koelvriesinstallaties aan de haal te gaan.
Inmiddels hebben minimaal drie mensen de leiding van het land opgeëist. Het is nu zaterdag en legerofficier Zida lijkt de leiding te hebben maar andere bronnen ontkennen dat weer. Ik ben thuis en daar is alles in orde. Vanavond slaap ik weer thuis, zoals het er nu naar uitziet krijgen we binnen 90 dagen verkiezingen. De laatste berichten zijn dat de oppositie de macht van het leger niet accepteert omdat het volk de revolutie in gang gezet heeft, en niet het leger. We zijn er dus nog niet. Alles wat we kunnen doen is wachten en hopen dat het rustig blijft tot die tijd. En daarna.
Het is heel interessant om dit van zo dichtbij mee te maken. Het volk vecht voor hun rechten, iets wat we in Nederland niet in deze mate kennen. De opstand is heel begrijpelijk en natuurlijk gebeuren er nu ook dingen die te ver gaan. Mensen zijn boos omdat ze om hun land en om hun rechten geven. Het mooiste - er zijn hele mooie kanten aan dit verhaal - van alles vind ik dat de Burkinabé na alle ongeregeldheden zaterdagochtend in grote getale en op eigen initiatief de straten opgeruimd hebben. Vegen, poetsen, alles moest weer schoon.
Dat is nog eens een kracht en saamhorigheid.
Ik moest denken aan Peter van Uhm, die bij de dodenherdenking van 2013 op de Dam zei: 'Want niet vanuit het ‘ik’ en het ‘zij’, maar vanuit het ‘wij’, ontstaan de goede dingen.'.
De komende dagen worden bepalend voor het volk en het land. We kunnen alleen maar afwachten. Voor goede foto's van de afgelopen dagen klik hier.
It´s always better to stay together, voor mij èn voor de Burkinabé.