Eind september 2011, ik loop door het centrum van Lima (Peru), langs het schooltje waar twee medestudenten stagelopen. Ik denk aan ‘over-een-maand’, als ik zelf stage loop in een armere wijk van Lima… spannend! Ik probeer te pinnen, lukt niet… Donders, al snel zijn we erachter dat er een storing is met Nederlandse pinpassen, heel frustrerend… niet kunnen pinnen. We lopen naar de McDonalds want daar is Wi-Fi, ik plaatst een Tweet: ‘@rabobank @abnamro @ingbank Kunnen niet pinnen in Lima, zijn er problemen bekend?’. Binnen twee minuten heb ik reactie terwijl het in Nederland zaterdagnacht is. Toch best handig, dat internet.
Het is december 2011, ik zit in een vervallen houten hutje achter een trage pentium 2 te internetten in Ventanilla, een armere wijk in Lima. Na twee maanden wonen in deze wijk ben ik inmiddels gewend dat ik niet meer 24/7 tweets, apps, updates, reacties en vind-ik-leuks om me heen heb. Het half uurtje internet dat ik per dag heb probeer ik goed te besteden, ik maak een lijstje met dingen die ik móet doen, vaak ben ik daar na 20 minuten mee klaar en zit ik de laatste 10 minuten te filosoferen waarom ik thuis altijd maar online ben. Soms best wel overbodig, dat internet.
Een maand later, ik ben in Chili in San Pedro de Atacama ik lig op een bank in het zoveelste hostel van deze maand. In het begin was één van de criteria dat zo’n hostel Wi-Fi had en we lekker met onze mobieltjes online konden gaan. Inmiddels ben ik het wel een beetje beu, een deel van de uitdaging als je zolang van huis bent is toch ook het weinig contact hebben met Nederland. Ik besluit m’n telefoon maar uit te zetten en lees nog net op Whatsapp dat één van m’n vrienden nu in de Albert Heijn staat en twijfelt tussen pizza of een kant-en-klaar maaltijd. Best wel fijn, even geen internet.
Eenmaal terug in Nederland ben ik heel snel gewend aan het gemak van overal internet. Ik heb wel geleerd dat je niet te afhankelijk moet zijn en zeker niet alles met de moderne middelen moet doen, je moet zorgen dat je gemakkelijk zonder kan. Het de laatste jaren flink uitgebreide hoekje van Social Media heeft me altijd geprikkeld, ik maak zelf dan ook flink gebruik van het scala aan mogelijkheden. Ik Twitter, Facebook, Instagram en Linkedinn, verder maak ik veelvuldig gebruik van het internet op mijn smartphone.
In het geven van mijn onderwijs maak ik veel gebruik van de digitale hulpmiddelen, waar ik mentoren vaak gebruik zie maken van het digibord alsof het een krijtbord is geef ik hier mijn eigen invulling aan. Ik zoek alles op, laat filmpjes zien, muziek horen, maak gebruik van de stopwatch, praktijk-voorbeelden bij verkeer, foto’s maken met de klas, breuken uitleggen met hulpmiddelen, ik probeer en daar waar mogelijk maak ik gebruik van de digitale leeromgeving.
De reden dat ik deze minor gekozen heb is omdat dit me prikkelt, ik wil weten waar de toekomst naartoe gaat en welke mogelijkheden er allemaal zijn. Ik weten hoe ik dit op een goede manier inzet, want vaak hoor je alleen de nadelen en die zijn er zeker. Steeds vaker lees je berichtjes dat er een puber opgepakt is om een dreigtweet. Het gaat hier om een puberstreek, hij wilde uitproberen wat de gevolgen waren, als hij dit op school geleerd zou hebben had hij allang geweten wat de gevolgen waren en was het hele toneelstuk niet nodig geweest. Laatst hoorde ik dat er in Nederland Engelse tienermoeders kwamen kijken naar onze voorlichting op basisscholen, Nederland staat bekend omdat er weinig tienermoeders zijn. Ik moest hierbij denken aan Social Media, zo effectief als die seksuele voorlichting is, moet het werken Social Media ook worden, het is heel nuttig en leuk zolang je er op de juiste manier gebruik van maakt!
Of ik klaar ben voor 2.0? Ik denk het wel, maar daar kom ik in deze minor graag achter. Tijdens het schrijven van mijn eerste blog ben ik erachter gekomen dat ik het leuk vind en dat Word 2010 er nog niet klaar voor is, onder de woorden smartphone, tweet en Facebook verschijnt namelijk een rood golfje.
Het is december 2011, ik zit in een vervallen houten hutje achter een trage pentium 2 te internetten in Ventanilla, een armere wijk in Lima. Na twee maanden wonen in deze wijk ben ik inmiddels gewend dat ik niet meer 24/7 tweets, apps, updates, reacties en vind-ik-leuks om me heen heb. Het half uurtje internet dat ik per dag heb probeer ik goed te besteden, ik maak een lijstje met dingen die ik móet doen, vaak ben ik daar na 20 minuten mee klaar en zit ik de laatste 10 minuten te filosoferen waarom ik thuis altijd maar online ben. Soms best wel overbodig, dat internet.
Een maand later, ik ben in Chili in San Pedro de Atacama ik lig op een bank in het zoveelste hostel van deze maand. In het begin was één van de criteria dat zo’n hostel Wi-Fi had en we lekker met onze mobieltjes online konden gaan. Inmiddels ben ik het wel een beetje beu, een deel van de uitdaging als je zolang van huis bent is toch ook het weinig contact hebben met Nederland. Ik besluit m’n telefoon maar uit te zetten en lees nog net op Whatsapp dat één van m’n vrienden nu in de Albert Heijn staat en twijfelt tussen pizza of een kant-en-klaar maaltijd. Best wel fijn, even geen internet.
Eenmaal terug in Nederland ben ik heel snel gewend aan het gemak van overal internet. Ik heb wel geleerd dat je niet te afhankelijk moet zijn en zeker niet alles met de moderne middelen moet doen, je moet zorgen dat je gemakkelijk zonder kan. Het de laatste jaren flink uitgebreide hoekje van Social Media heeft me altijd geprikkeld, ik maak zelf dan ook flink gebruik van het scala aan mogelijkheden. Ik Twitter, Facebook, Instagram en Linkedinn, verder maak ik veelvuldig gebruik van het internet op mijn smartphone.
In het geven van mijn onderwijs maak ik veel gebruik van de digitale hulpmiddelen, waar ik mentoren vaak gebruik zie maken van het digibord alsof het een krijtbord is geef ik hier mijn eigen invulling aan. Ik zoek alles op, laat filmpjes zien, muziek horen, maak gebruik van de stopwatch, praktijk-voorbeelden bij verkeer, foto’s maken met de klas, breuken uitleggen met hulpmiddelen, ik probeer en daar waar mogelijk maak ik gebruik van de digitale leeromgeving.
De reden dat ik deze minor gekozen heb is omdat dit me prikkelt, ik wil weten waar de toekomst naartoe gaat en welke mogelijkheden er allemaal zijn. Ik weten hoe ik dit op een goede manier inzet, want vaak hoor je alleen de nadelen en die zijn er zeker. Steeds vaker lees je berichtjes dat er een puber opgepakt is om een dreigtweet. Het gaat hier om een puberstreek, hij wilde uitproberen wat de gevolgen waren, als hij dit op school geleerd zou hebben had hij allang geweten wat de gevolgen waren en was het hele toneelstuk niet nodig geweest. Laatst hoorde ik dat er in Nederland Engelse tienermoeders kwamen kijken naar onze voorlichting op basisscholen, Nederland staat bekend omdat er weinig tienermoeders zijn. Ik moest hierbij denken aan Social Media, zo effectief als die seksuele voorlichting is, moet het werken Social Media ook worden, het is heel nuttig en leuk zolang je er op de juiste manier gebruik van maakt!
Of ik klaar ben voor 2.0? Ik denk het wel, maar daar kom ik in deze minor graag achter. Tijdens het schrijven van mijn eerste blog ben ik erachter gekomen dat ik het leuk vind en dat Word 2010 er nog niet klaar voor is, onder de woorden smartphone, tweet en Facebook verschijnt namelijk een rood golfje.